Onderhoud dient om de oorspronkelijke functie van een gebouw en de technische prestaties van zijn onderdelen te handhaven. In het kort: met onderhoud proberen we verval van een gebouw te vermijden.
Alle materialen vergaan op den duur. Zo verschillend als ze zijn, net zo verschillend is het met hun natuurlijke levensduur. Een woning is een verzameling van vele materialen, die ieder hun eigen levensduur hebben; hout gaat niet zo lang mee als metselwerk. Door onderhoud wordt de veroudering vertraagd.
Er kunnen drie soorten onderhoud worden onderscheiden:
– preventief onderhoud (ook wel: periodiek onderhoud)
– correctief onderhoud
– functioneel onderhoud.
Bij de aanpak van onderhoud kan gewacht worden tot het noodzakelijk is (klachtenonderhoud of correctief onderhoud), maar het kan ook planmatig gebeuren (preventief onderhoud) op basis van een inspectierapport. Bij planmatig onderhoud wordt een onderhoudsprognose over meer jaren opgesteld.
Verder kan er sprake zijn van functioneel onderhoud: door andere wetten of maatschappelijke veranderingen kunnen aanpassingen noodzakelijk of wenselijk zijn. In het verlengde hiervan ligt renovatie, wanneer het omvangrijker en wezenlijker aanpassingen betreft; dan volgt een nieuwe cyclus van initiatief met programma van eisen, ontwerp en uitvoering uitmondend in een nieuwe gebruiksperiode.
Periodiek onderhoud is te beschouwen als een vorm van preventief onderhoud.
Een woningkeuring toont aan of er sprake is van gebreken of achterstallig onderhoud en geeft een indicatie van de herstelkosten.
Onderhoud van een gebouw heeft o.m. betrekking op schilderwerk (binnen en buiten, hout, metaal en beton), installaties (cv, ventilatie, liften e.d.), elektrische leidingen, dakherstel, dakgoten en hemelwaterafvoer, hang- en sluitwerk, schoorsteenvegen, riolering, reparaties (hout, beton, metselwerk, voegwerk e.d.), behandelen van vochtdoorlatende muren, tuin en schuur enz.